Categoriearchief: gedicht

Thymusklier

Elke dag

Leven is leuk.
stop ik
mijn neus
in de geeuw
van mijn Siamese kater

Kortstondig
Ik kan alles wat ik wil.
stoeien tandjes in mijn huid
met snedige snorharen
Bacteriën ademen verlegen
hallo

Bijzonder. Bij gebrek aan

De wereld is mijn leraar.
draagt de Liefde zorg voor
huisdieren
en is een stinkbek stiekem
ook lekker

Hechting

– ik stort mijn gedachtevlucht in spreektaal
binnen spiegelbeeld in lucht geschreven
tegen blauw en grijns, wit en schaapachtig

versneld kriebelen kraaienpootjes moed.
een vogel (meeuw) vliegt mee
met de punt van mijn vinger

alleen jij kan het lezen
omdat je voor mij staat

Eendagsvlieg

Mag de tijd in stroom versnellen
als brieven niet worden gepost
als woorden
vervliegen, omdat gezichten blanco zijn
en stemmen ver klinken boven het souterrain

Mag ik als een baby scharnieren
tussen de spijlen van een rood bed.
In mijn herinnering
houdt een oud verhaal zich flierefluitend
op, in het midden van hals en nek

Reikend naar het nijlpaard,
een van velen op het plafond
en ook de ademhaling van mijn zus
snurkt in een rap tempo
de vliering voorbij

Klein, klein als ik ben
weet ik natuurlijk al lang
dat speeksel slechts dorst lest
als de mond weer dicht valt –
diep van binnen

Lente-opmaat

Ken je dat gevoel? Een zwangere lucht. Je ziet dat het blauw van de hemel naar aquamarijn neigt. Niemand zegt nog wat. Maar jij ruikt het. Jij hoort vogels wijsjes fluiten van lang geleden. Ook merk je op dat insecten hun bezoekjes aan de stampers van bloemen plannen. Het heeft iets van een samenzwering. Het KNMI heeft nog niets bevestigd. Piet Paulusma houdt zijn lippen op elkaar. Je twijfelt, maar dan zie je de eerste krokussen geel zijn en lammetjes gretig lurken en naar jou met hun staartjes zwaaien… het is lente!

Eerst minuutjes.
in de vroege morgen
dat ik draaiend
wakker word
tussen gekreukelde lakens

Beton voor bomen. Gelukkig
komen er steeds
kleine vogeltjes
in onze dromen voor
ik bijt op alles

Kleine kwartiertjes.
van zwoele lucht
marineert mijn huid
in de druppels dauw
vind ik mijn mijmeringen

Weer lacht gras wispelturig
terug. Super geconcentreerd.
Kuikentjes duwen tuinhekjes open en
vlinders laten hun cirkels achter.
In het klapwiekend gepeins

voel ik dat de stad weer van mij is

Flessenpost

Gevonden in een verloren file op mijn laptop… 

Ergens op het strand van Zoutelande bukt een man 
kijkt door het groene glas
schudt de fles zonder bubbels
ontkurkt de hals 
kietelt het gekreukelde vel papier

Hij leest: 

Wolken lijken op kaartenhuizen
ik zie slagroomtaarten de cancan doen
mijn vader en moeder staan voor me 
hand in hand. ze liefkozen elkaar
ik denk dat ik ijl

Nergens drinkwater
de grootste kokosnoot hangt
ter hoogte van de zon 
in een gebroken Samsonite spartelt een Pyjama-kardinaalbaars
er rinkelt een telefoon tot de batterij leeg is

Bloed komt uit mijn arm
mieren vinden dat lekker
er loopt een spoor van mij naar hun koningin
begraven. met voeten in de grond 
hoef je geen grote stappen te zetten

Openingszin

Ik ben de steen die hij in zee werpt
 
Ik ben de voorzichtige stappen met zijn blote voeten op de scherpe kiezeltjes
 
Ik ben de wijdbeense tred waarmee hij de golven weer achter zich laat
 
Ik ben het rode haar in een krans om zijn kale kop
 
Ik ben het antoniuskruis borsthaar op zijn torso
 
Ik ben het mos op zijn schouders
 
Ik ben zijn overheersende stem
 
Ik ben de dikke buik die hij niet had toen hij twintig was
 
Ik ben de gouden armband die hij af en toe heen en weer schuift
 
Ik ben zijn onbedaarlijke gelach
 
Ik ben het religieuze symbool om zijn nek
 
Ik ben de sigaret die hij uitdooft en begraaft
 
Ik ben het horloge in zijn rugzak
 
Ik ben zijn leeftijd
 
Ik ben de armtierige kennis van het Engels waar hij trots op is
 
Ik ben zijn geveinsde bekwaamheid in het schaakspel
 
Ik ben de hand die de zon uit zijn ogen haalt
 
Nee, ik hoef zijn nummer niet