Categoriearchief: gedicht

Wanneer het meisje weet

Wanneer het meisje weet dat haar tijd
voor vrijheid gekomen is
luistert zij naar de golven
naar de lokroep van de maan
en het gezang van de walvis

Met zachtheid volgt de stroom haar
en zij volgt haar hartslag
aderen wijzen immer de weg
als zij de pijnen loslaat uit haar DNA

Het leven leeft zich vanzelf en heeft haar uitgekozen
te dansen op de stralen van de zon
Op haar ogen rust de stilte, standvastig zingt het lot
Wenk de zee, opdat zij terugkeert en overvloedt
Ik huil maar niet om haar

Met tanden in tong

drager van klank
ik adem jou
gelukkig weer

dit weekend nog
poging tot: verstikkingsdood
door bekende verdachte

allen weten dat
haar straf levenslang uitzit
zonder dat zij ooit

het beklaagdenbankje
de oeverloze gelijkenis
overstroomt mijn tranen

het vuur kan wel branden,
maar overrompelend is het
altijd weer

een moeder die niet. luistert
een kind dat spreekt
met tanden in tong

Vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs

 
Op de eerste dag van de week
precies 7 dagen nadat ik Hem voor het laatst zag
gingen zij zeer vroeg en zagen de stilte
opgekruld en koud, nog geen welriekende kruiden/balsem
Berichten komen niet aan, leven lijkt. bevroren
 
Weggerolde steen, niemand begrijpt de derde dag
Hoort gij mijn stem?
Terwijl zij niet wisten wat ervan te denken, leggen wij ons neer
aan weerszijden van zijn aangezicht
In de donkerte vormen wij gedrieën een kaarsje dat brandt
 
Zusters worden niet begrepen als zij zich scharen
Ieder voor zich leert het leven eens te meer  
Vader, vergeef mij, want ik weet niet wat ik doe
met deze twijfel in mijn hart
dicht bij u
In memoriam: Aimé, Pasen, 15 april 2001. Uit de serie Familiefluisteringen.
 
 

Lentehuid

Op armen en benen
en hersenpan, nabij de gedachten
moedervlekken en vader zijn verwijderd
het ziekenfonds vergoedt niet

Laatste oordeel ten spijt

de trein had geen vertraging
roken is niet meer toegestaan
het is nu een kwestie van gewoon doen

Mijn vaardigheden links van mij,

herken ik het grappige meisje als een kloontje
siamees is het niet en ik vraag me af
hoe kan ik op twee tapijten tegelijk staan?

Daar waar steeds weer duiven

zich proberen te nestelen op mijn balkon
weet ik dat het tijd is om op te tellen
met huid en haar


© Muriel Van Peteghem

Wees gegroet

als alle vragen verwoord worden
weigert een oude vrouw het antwoordapparaat in beide oren
wolkjes in de melk zijn wit als altijd
stotterend, vullen we formulieren in

als de handtekeningen eenmaal gezet zijn
is het verleden verdwenen
uit ether en vizier
besnuffelen we snuisterijen die weer

alle kruisjes die we slaan, weesgegroetjes ten spijt.
ik sta hier al lang
te kijken van de kant naar de middenweg
even lijkt het alsof dakvogels hoger vliegen

lange bomen fluisteren door bladeren heen
de topjes kietelen vaak voeten van engelen
even lijkt het alsof jullie dromen langs suizen
geworteld, worstel niet meer

~ voor ‘Maurice’

© Muriel Van Peteghem