Wilde

In tijden van paard en wagen
langs grassig groen
Een beek stilstaand spiegelbeeld
een man met een hand
een mond en een dikke sigaar
tussen tanden of vingers
met zo’n bril en een hoed
met een buik die overhelt. Een beetje

Hij rookt woorden uit een verre hemel
Mijn adem is zonder zuurstof

De natuur bekommert niet
bij snelle sneeuw
De wind maalt niet om
een beetje kou
in mij
populieren rimpelen mee
en zeggen niet het maakt niet uit
de wildernis heeft ook niet gewild

dat ik er kwam

Wapenschild

Op de dag dat ik van details ben gaan houden,
schalde ik als een kogel door de kerk:
Lettersierschildpad! (Trachemys scripta)

De schoonste plastron is voor zondag
Daarom ploeterde de schildpad zich
op zijn rug, in de doopvont

Afkoelen gaat zo gemakkelijk. nog niet.
Daar lig je in vaders armen. Traag.
boven de beenplaten. Waar plechtig water
spat

gereed om herboren te worden. Dan
drink ik braaf
mijn schoolmelk. En men ontdekt
dat een schild andere doelen dient

De Fonteinman sprak – Amen.
Zo zei hij: het gaat er niet om hoe snel je bent,
maar dat je je doel bereikt

Kill your darling

Ik: (met blakend enthousiasme) Als iemand me nu vraagt of ik gelukkig ben zal ik ‘ja’ antwoorden.
Hij: (gelaten) Er is niemand die dat vraagt.
Ik: Nou… (aarzeling)
Ik: (resoluut) Het maakt niet uit. Als iemand het zal vragen, weet ik wat ik zal antwoorden. Ik zal goed voorbereid zijn.
Hij: (stil)
Ik: (draai hoofd met een stevige draai) Wat ben jij eigenlijk een lul! (klem mijn vingers stevig om de ijspriem die ik achter mijn rug hield en been boos weg)

Halfdier

Als je hier eenmaal bent geweest
wil je altijd terugkomen, zegt de boerin

Vinnen glimmen. Water is welwillend.
Een boer houdt van zijn vee.

Er zijn slechts vier stieren over
en wezens half vrouw, half vogel of vis

In het jaar van de Friese roodbonte koe luister ik
naar sprookjes over zeemeerminnen

Hun betoverend lied klinkt:
de beste melkkoeien zijn altijd de baas

Maar er komt een moment
dan gaat het dier naar de slacht

Als je vleugels beschadigd zijn,
neemt de wind je willoos mee
zingen ze zacht