Head over heels hallucinations V, collage art by © Muriel Van Peteghem, January 2020
Tag archieven: dier
Hartklepperen
Gezoem in mijn boezem blijkt lastiger dan zingen.
Het is precies zoals jij zei dat het zou zijn:
ik heb een verlegen hart. Niet alleen vanmiddag,
maar in deze eeuwigheid.
Ik weet dat ik zal leren hoe grote jongens rennen
en hoe te huilen met wolvinnen.
Terwijl ik op haar rug zit, zoekt ze haar kinderen.
Amechtig hijgt ze – een heuvel.
Ik draag dit lied op aan Venus en aan de man met de revolver
onder de passagiersstoel. De wolvin kijkt onrustig links
en rechts. Natuurlijk werkt het niet optimaal in een wereld
waarin resultaten gemeten worden.
Tussen haar schouderbladen schokt ze. Maar voor mij
was het anders. De wenteling kwam
toen ik besloot om valsheid in geschrifte te plegen en
blauwe kaas te eten tussen het gebladerte.
© Muriel Van Peteghem
Boven water
In dit land.
Ik vergeet hier alles wat ik vind.
Wat ik zoek, bestaat mogelijk niet meer.
Wat ik vind is, niet wat ik zocht.
Maar dat wil niet zeggen dat het er niet is.
Als ik bodemloos zwem.
Zijn walvissen boven water.
Ze stellen geen vragen.
Waarom ik ben.
Ze zingen en dansen, ook als ze geen antwoorden hebben.
© Muriel Van Peteghem
The dragon lord
Voel jij dat ik via jou in mijn ziel kijk? Zie jij het ook? Ik ken je niet goed, maar je bent een uitstekend geleider van elektronen. Ik wiebel in spiegeling, dat wel, maar ik zit op een troon. En groet prinsesjes.
Iedere ontmoeting met een ander lijkt – tijdsverspilling. Daar waar de wil weg wil. Opdat ik mij en jij jou kan ontdekken. De telefoon zegt: je hebt geen zicht op de toekomst. Jij weet alleen maar wat nu waar is.
En wat als dat zo is? Wat als niets iets kietelt? Ik doe zo mijn best, maar het lot laat zich aan mij over. Op afstand kijk je met z’n drieën.
Eén man. Drie blikken. Ik zou de draak in mij doden voor jou. Nu al.
~ voor de admiraal
Het beestje terug naar onze lieve heer
© Muriel Van Peteghem
Micro-organismen begrijpen dat het tijd is. Het beestje landt zacht op het stilstaande water, moe van het onderweg zijn. De groenige eencelligen wiebelen zachtjes mee. “We weten hoe je je voelt”, fluisteren ze. “Jij bent alleen. Samen worden wij één.” Ze zijn vastberaden te geven wat nodig is, op de valreep.”
Het lieveheersbeestje betaalt een muntje en peddelt mee de rivier over. Hij weet net op tijd wat het is om geliefd te zijn en zucht zijn zegeningen.
Vis in vuur en vlam
© Muriel Van Peteghem, 2011
Ziehier een tropische vis: een Ignis Tropicus Vulgaris. Een prachtig exemplaar. Familie van de Lepomis Gibbosus oftewel de gewone zonnebaars. Een echte alleseter en dol op Artemia-naupliën. Een vreedzame vis, behalve in broedtijd.
Als hij schrikt schiet hij in vuur en vlam. Dan duurt het even voordat hij afgekoeld is. Het lastige van deze vis is: hij is zijn geheugen kwijt. Hij weet zelfs niet meer hoe hij zichzelf kan blussen.
Halfdier
Als je hier eenmaal bent geweest
wil je altijd terugkomen, zegt de boerin
Vinnen glimmen. Water is welwillend.
Een boer houdt van zijn vee.
Er zijn slechts vier stieren over
en wezens half vrouw, half vogel of vis
In het jaar van de Friese roodbonte koe luister ik
naar sprookjes over zeemeerminnen
Hun betoverend lied klinkt:
de beste melkkoeien zijn altijd de baas
Maar er komt een moment
dan gaat het dier naar de slacht
Als je vleugels beschadigd zijn,
neemt de wind je willoos mee
zingen ze zacht
Thymusklier
Leven is leuk.
stop ik
mijn neus
in de geeuw
van mijn Siamese kater
Kortstondig
Ik kan alles wat ik wil.
stoeien tandjes in mijn huid
met snedige snorharen
Bacteriën ademen verlegen
hallo
De wereld is mijn leraar.
draagt de Liefde zorg voor
huisdieren
en is een stinkbek stiekem
ook lekker
Spuw
de zuigkracht van het moederdier je teveel wordt,
blaas dan heel hard in de richting van de orkaan
wind kan heel eerlijk zijn
Tuit je lippen terug en spuw vuur,
– voor even – zal dit volstaan
Ik schrijf nog steeds
Ik schrijf nog steeds. Ik maak mij niet druk om kwaliteit, enkel om te kanaliseren hetgeen van mij is en mij teveel is. Mijn nieuwe muze is een zachte, subtiele muze, die zich verstopt, als een zeemeermens. Af en toe komt hij aan land, maar is daar totaal niet thuis is en verdwijnt weer in de golven. Schichtig, veelzijdig en schubbig en
Vinnig
Zeg het waarop het ligt
Ik droom van lang haar dat mijn borsten bedekt
Ik verzucht de afwezigheid van parelmoeren schubben en een staartvin
Rots in de branding:
op land en ter zee,
vlieg ik zonder vleugels