© Muriel Van Peteghem
Vergeten wat de bekende weg was
Het heeft geen zin te vragen
naar de zon.
Misschien vroeger of later. In deze fase
vliegen sommige vogels natuurlijk
door de bebladerde gaten.
Jij bevecht dat ik mijzelf wil worden. Ik huiver
alleen maar, mijmer soms een beetje, ben van slag en raak
een touchscreen dat weerspiegelt, met één vinger.
Ook ik verlang naar de vrouw,
die zij de toegewijde noemen. Ik besta
in de nevelen en enkelhoog spriet gras.
Ik stel voor verdriet te volgen. Als we
dat hardop zeggen hoor ik een sleutelbos tikken,
maar wij hebben nog een lange reis te gaan.
Ik weet niet of jij beeft, want ik hoor niets meer.
De traagheid van water naar de woestijn,
geen oogopslag zonder familienaam.
Zonder compas, zonder vergeten,
ver op zee sleurt een sleepboot een hart mee
naar de maan.
Wij irriteren elkaar met ontevredenheid. Jij verwijt mij
depressie, ik zeg dat jij een moedercomplex hebt.
We zijn niet getrouwd, waarschijnlijk tot de dood ons scheidt.
Ik hoop dat jij en ik uitgroeien tot oude vrienden,
vechten doe je alleen in het begin. Tranen
leiden ons als granaatappelpitjes.
Ik zandstraal mijn zonden, hopend op een wonder
En zoals het gaat met diepe wonden… ze zijn
Oorspronkelijk.
29 mei tot en met 21 oktober 2014