Dag 9 (27 september), deel 2
De slechtste wegen op deze trip trof ik in Istrië (Kroatië). Tussen Opatija en Medveja heb ik me verbaasd over de vele putdeksels in de weg. Soms wel twaalf achter elkaar. Nou denk je misschien: ja en? Maar motorrijders kunnen beter putdeksels vermijden. De deksels zijn gemaakt van metaal. Vooral bij glad weer kan je er op slippen. Nou liggen de Nederlandse putdeksels vrij consequent op een bepaalde plek hier en daar op straat. In ieder geval liggen ze precies gelijk met het oppervlak van het asfalt van de weg. Niets van dat in Istrië.
Rodeostier
Op bepaalde stukken zag ik twaalf putten kort op elkaar, allemaal stuk voor stuk willekeurig geplaatste gaten in de weg. En dan weer vijftien. En dan weer een serie. Net een hindernissenbaan. Als je ze wil ontwijken, slinger je als een dronkenman over de weg. Besluit je door te rijden, dan is het alsof je een rodeostier probeert te temmen. Ik besluit voor langzaam rechtdoor rijden. Auto’s hebben minder last van oneffenheden op het wegdek en dus beginnen de lokale voertuigen achter mij te drammen uit ongeduld voor de tijd die ik neem.
Wat eten we vandaag?
Tijdens reizen, ver van huis gaan de dagen op een gegeven moment door elkaar lopen. Q heeft daar een remedie voor: het avondeten! Als je bedenkt wat je gegeten hebt, kan je de dagen makkelijker van elkaar onderscheiden. Dus niet de dag dat we aan het strand zaten… huh, welke dag? Maar de dag dat we nasi aten, de dag dat we naar uit eten gingen in Lovran in een restaurant dat in het Kroatisch ‘de oude stad’ heette, de dag dat we pasta met een dikke plak ham aten, omdat het andere vlees in die buurtsuper er niet zo lekker uitzag. Het was de dag nadat we pasta met ham gegeten hadden dat we ons kamp in Medjeva opdoekten. Op aanraden van mede-reizigers/levensgenieters gaan we in Istrië een ietsje afzakken en de oversteek maken naar een Kroatisch eilandje in de Adriatische zee: Cres (spreek uit Szjtrees). Omdat geen stress heerst op ‘Szjtrees’ lijkt ons dat het ideale vervolg van onze gezamenlijke missie.
In Brestova op het Kroatische schiereiland Istrië maken we met de ferry de oversteek naar Porozina op Cres.
Voor het eerst zie ik Nederlandse motorrijders. Dat is leuk. (Nou ja, Nederlanders? 😉 In ieder geval met een geel Nederlands kenteken: ze komen uit Valkenburg, zuidelijkste puntje van Limburg).
Als ik een gesprekje met ze aanknoop, blijken ze hun motors achter hun camper op een aanhangwagen meegevoerd te hebben naar Kroatië. Ja, zo kan ik het ook. Dat is vals spelen! Desalniettemin zijn ze even enthousiast als ik over het rijden in deze omgeving.
Cres is een klein eiland in de Adriatische zee voor de Kroatische kust. De hoofdstad heet ook Cres en we gaan naar een camping op tien minuten loopafstand naar het stadje. Het eiland heeft een gevarieerd landschap. Hele stukken zijn vruchtbaar en groen andere zien er rotsachtig en droog uit.
Aasgieren
De rit is ongeveer 30 kilometer, maar natuurlijk niet op rechte, platte wegen. Het kronkelen kost tijd, dat komt goed uit want aan een snelheid van zestig kilometer is het nog mogelijk om het prachtige landschap op te nemen. Ineens rijden we onder een clubje aasgieren door (vier stuks). Ze cirkelen laag boven ons hoofd, alsof ze een prooi gespot hebben. Er blijkt op die plek een natuurreservaat te zitten dat onder andere een toevluchtsoord en onderzoekscentrum is voor gezonde en gewonde aasgieren.
Na een klein uurtje hebben we autocamping Kovačine gevonden. Het is wederom een paradijselijke plek. Tussen de olijfbomen en op loopafstand naar het zeewater. We slaan snel het kamp op. Ik arrangeer mijn spullen in de bus. (Ik slaap zoals inmiddels gebruikelijk is in de witte camper. Zitbankje opklappen, hier en daar wat verschuiven, uitkijken dat je je hoofd niet stoot. En dan is er een bed.) Anouk en Q slapen in een grote tent. Dat slaapt toch iets lekkerder met zijn tweeën. Vooral als je lang bent.
Het water van dit stuk zee is helder. Blauwig-turkoois-groen: je kan overal de zeebodem zien. En visjes!
We kruimelen brood in het water en wij genieten het eetfestijn waar deze vissen zich te goed aan doen. Het is een groot aquarium.
En dan is het wachten tot de zon ondergaat.