Ik rijd met grote regelmaat. Niet dagelijks, maar toch een paar keer per week. Zomer en winter. Ik kan met stelligheid zeggen dat dit de strengste winter is, sinds ik mijn motorrijbewijs heb.
Kriebels
Eind december 2009 en januari 2010 (zo’n zes weken) heeft de motor in zijn hoes stilgestaan op de stoep voor mijn woning. Ik kan me niet heugen dat ik onafgebroken zolang niet kon rijden. Telkens als de sneeuw weer begint te smelten, krijg ik de kriebels. Eigenlijk kriebelt het altijd. Het motor-rij-virus.
Niet blij dat ik glij
Zes weken geen wind door mijn haren. Niet hangen in bochtjes. Geen voorbij flitsende strepen. Geen gesuis in mijn oren. Geen spanning. Geen snelheid. Enerzijds omdat ik eigenlijk nergens heen hoefde (en cocoonen is zo fijn), anderzijds omdat in mijn straat niet wordt gestrooid en niemand zijn stoepje schoonveegt. Resultaat, ik glij al uit voordat ik mijn motor van de standaard af haal. Een no go.
Vandaag zijn de omstandigheden gunstig. Geen ijs op de stoep, geen harde sneeuwval. Het is koud, alleen maar koud. Hoewel ik de kille temperaturen tijdens het rijden niet meer gewend ben, heb ik besloten dat het weer tijd is. Hoog geëerd publiek, ik verklaar het motorseizoen voor geopend!
Laagjes
Nogmaals de benodigdheden:
Een warm motorpak met wintervoering, winterhandschoenen, de windstopper (kraag), een paar hemdjes, t-shirts en truien (laagjes),
en
Alles is ingepakt, behalve mijn ogen. Alleen jammer dat mijn het thermo-ondergoed en wintervoering ervoor zorgden dat ik mijn goretex winterbroek niet meer dicht kon krijgen. Dan maar de leren racebroek.
Tien minuten stationair laten draaien. Er komt dikke, grijze rook uit de uitlaat. Oei, het stinkt ook een beetje. De ketting smeren. Banden zijn vast nog hard genoeg (dit gaat vaak op gevoel).
Daar ga ik! Vrrrrrrroemmmm