Lasso

De wenkbrauwen van oud-premier Ruud Lubbers groeiden toen hij op leeftijd was alle kanten op. Sam is ermee geboren. Zijn borstelige wenkbrauwen slaan aan het eind van de oogboog hun vleugeltjes uit. Alsof hij continu verbaasd is en zijn wenkrauwen op reis willen.

Sam kent iedereen bij het Archief. En iedereen kent Sam. Hij is 24 en het is zijn eerste baan na zijn studie Media en Cultuur. Hij is als video-editor de enige die werk uitvoert voor alle afdelingen. Ik werk bij R&I (Research en Development) en vervang een dame die met zwangerschapsverlof is. Het is een van de saaiste banen uit de geschiedenis.

Een voordeel van freelancen is dat alles tijdelijk is. Ja, je ontmoet natuurlijk elke keer nieuwe mensen. Maar bij iedere klus zie ik een aantal rollen terugkomen. Een Reemt. Dat is de persoon die op slinkse wijze jou het werk laat doen, maar het wel zo weet te draaien dat hij de credits krijgt. Een Suzanne: verlegen, hardwerkend, blijkt moeder te zijn, spreekt alleen als je haar eerst iets vraagt. Etcetera. En hier is een Sam. Een uniek exemplaar dat ik nog niet eerder tegenkwam. ‘Nuh hulukkihe verjoardagh! Sam kan feilloos een West-Vlaams accent imiteren en kent alle Disneyfilms uit zijn hoofd. Hij heeft een vitrinekast met plastic Disney figurines. Dan heb je te maken met een echte fan.

Na het notoire jaarlijkse Zomerfeest neemt ons contact een vlucht. Hij noemt mij vanaf dan curvey cougar en zegt dat hij heimelijk verliefd op mij is. Ik moet ervan glimlachen en neem het niet serieus. We schelen 20 jaar en ik voel me bij hem een moederkloek. We wisselen nummers uit en appen elkaar elke dag. Bij het wakker worden, in de trein en voor het slapen gaan. Het is een beetje veel, maar ik vind het ook wel gezellig. ‘Hij is mij toen ik 20 was’, zeg ik tegen een vriendin. ‘Hij kan het niet helpen, hij is een lekkend vat.’ Ik probeer hem met zachte toespelingen duidelijk te maken hoe hij overkomt: ‘dat hij intens is, maar dat ik toch van hem hou.’ Knipoog.  

‘Met jou kan ik zo goed praten!’ appt Sam. Voor mij is het eenrichtingsverkeer dat de ledigheid doodt. Hij deelt met mij meer dan ik zou willen weten van een collega: zijn online dating-avonturen (hij is geblokkeerd op Tinder). Over de valse beschuldiging van seksuele intimidatie van de meisjes bij de Jumbo. Dat hij nog iedere twee weken naar zijn ouders in Overijssel de was brengt. Dat hij nog nooit intercourse heeft gehad – hij noemde hij het anders – en hoe onzeker hij daarover is. Ik stel me voor dat hij een kleine piemel heeft, die voor de gemiddelde vrouw niet voelbaar is. En hij heeft een geheim.

Sam staat bij in mijn woonkamer. Tegen zijn principes in is hij naar Amsterdam gekomen. Hij háát Amsterdam.

– ‘Ik vind het kinderachtig om een plek te haten’ zeg ik.

Hij leest alle post-its op mijn iMac: ‘Je bent te laat. Beter: Je bent later dan we hadden afgesproken’. Het zijn een paar tips uit het boek Geweldloos communiceren, mijn bijbel. Dan trekt willekeurig laadjes in mijn kasten open.

– ‘Hoezo heb jij schoenen in je la zitten? Wie stopt er nou schoenen in een la?’

‘Wil je dat ik je een geheim vertel?’, vraagt hij ineens als ik thee heb ingeschonken. Ik doe alsof ik hem niet heb gehoord, terwijl ik een slok neem. Het is niet de eerste keer dat hij HET GEHEIM met mij wil delen. Hij wacht mijn antwoord niet af en duwt zijn telefoon onder mijn neus. Ik kijk naar een foto van Sam in lingerie, opgemaakt als vrouw. Mijn maag vult zich met cement. Ik leun naar achter om wat meer ruimte in te nemen.

Ik laat de zoetrozige lingerie met links en rechts uitstekend schaamhaar op mij inwerken. De vrouw met de schaduw van een stoppelbaard heeft een gemaakt ondeugende blik en haar wenkbrauwen verraden gemakzucht. ‘Ze houdt niet van zich scheren’, giechelt hij.

– Jegh! Too much information, too much information!, piept een stemmetje binnenin. Want ik wil hem niet afwijzen. Dit ont-zien is niet meer mogelijk.

– ‘Je mag dit tegen niemand vertellen,’ voegde Sam er vanzelfsprekend aan toe. ‘Wat vind je ervan?’

– ‘Niets menselijks is mij onbekend,’ zeg ik, trots dat ik een vrouw van de wereld ben. ‘Ik oordeel niet zo snel.’ Terwijl ik uit wil schreeuwen: ‘Hou ermee op, ik word hier misselijk van!’ ‘Hoe heet ze?’ vraag ik nonchalant.

– ‘Kim.’

Sam komt naast me zitten en nestelt zich tegen mij aan alsof hij eerst een kuil in de bank wil graven mijn kont. Hij zet een filmpje aan. Hij houdt de telefoon in zijn linkerhand als Kim verleidelijk als een catwalkmodel op ons af komt lopen. Ze heeft knalroze hoerige lakhakken aan met open teen. Met zijn rechterhand pakt hij de mijne en duwt mijn hand op zijn kruis. Kim kijkt ons uitdagend en pruillippend aan terwijl ze met haar rechte heupen houterig wiegt.

‘Ontmoetingen’, luidt de titel van een gedicht uit één van mijn niet-gepubliceerde dichtbundels. ‘Eén is de cowboy, de ander de cow of mustang. De ervaring omhult je als een lasso en dan word je binnen gehaald.’  

2021 © Muriel Van Peteghem


Foto van JosephHershMedia via Unsplash

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *