Het werd een noodzaak om het woord ‘gek’ even in de Van Dale na te slaan. Ineens. Naast het vermoedelijke ‘krankzinnig’ en ‘dwaas’ blijkt gek ook ‘met de wind meedraaiende schoorsteenkap’ te betekenen. En ‘sluiting aan een deurklink, die voorkomt dat deze van buiten geopend kan worden’. Nooit geweten. Het moet niet gekker worden.
Niemand gelooft mij als ik zeg dat ik gek ben. ‘Je bent echt niet gek hoor’, hoor ik betrokken vrienden zeggen. ‘Zíj zijn allemaal gek’, wordt mij voorgehouden, doelend op de mensen die mij irriteren en confronteren met mijn gedrag. Ik denk aan de spookrijder, die zich verbaast over zoveel spookrijders op de weg… Blijft de diagnose ‘meervoudig persoonlijkheidsyndroom’ van weleer voor eeuwig staan? Zou fijn zijn. Nooit alleen. Maar wie kan mij vertellen wat gek is? Als ik mijn vader vraag naar het Noorden, verwijst hij mij naar de weg van Jezus.
Daarom ga ik op zoek naar een bekend artiest… Ik noem hem voor het gemak even: Wilfried. Om zijn privacy te waarborgen. Wilfried is gek. Hij doet niet gek, hij ís het. Hij is voor mij dé ervaringsdeskundige op dit gebied. Best fijn voor Wilfried dat hij niet hoeft te doen alsof. Bovendien vinden mensen hem grappig. Wilfried is zichzelf en verdient er zijn geld mee. Wilfried is een succesvol man. Er zijn ook mensen die Wilfried haten. Als hij heel hard schreeuwt. Zomaar. Of als Wilfried ranzige verhalen vertelt over sjieke mensen. Dat vinden de sjieke mensen over wie het gaat niet leuk. Wilfried benoemt de dingen zoals ze zijn.
Een keer kwam ik Wilfried tegen in de supermarkt. Hij begon tegen me te praten in de rij bij de kassa. Hij twijfelde over zijn boodschappen en vroeg me of ik het een goed idee vond dat hij een kinderboek zou gaan schrijven. Ik wilde iets indrukwekkends terug zeggen. Ik hoopte hartstochtelijk dat Wilfried mij zou zien, mijn nummer zou vragen, gewoon om vrienden te kunnen zijn. Maar ik stamelde alleen: ‘nou, dat lijkt me een goed idee, Wilfried’. Ik had mezelf gereduceerd tot een fan. Daar stond ik dan, naast de lopende band: De afrekening van boodschappen en mijn waardigheid. Week als was. Niet onderscheidend van de andere aanbiddende schapen. Mèèhèèhèèh.
Ik ga uit van een tweede kans. We hebben namelijk veel overeenkomstig Wilfried en ik. Zo weet ik dat Wilfried en ik houden van een warm bad. Daar worden we rustig van. Inspiratie borrelt dan op, precies zoals de scheetjes. Toch fijn dat ik er vandaag achter gekomen ben waar mijn onbestemde gevoel vandaan komt. Sinds ik weet dat ik me voel als een met de wind meedraaiende schoorsteenkap, is het leven wat lichter geworden.
Ik hoop dat ik via het management van Wilfried zijn telefoonnummer krijg. Ze zullen wel denken dat ik gek ben, als ik vraag of Wilfried mij wil uitleggen wat gek is.
© Muriel Van Peteghem, 20 april 2009