Campingplatz Azur

19 september, dag 1, deel 2

Als ik arriveer op camping Azur, in Wertheim, tref ik een gesloten receptie. Gelukkig hangt er een briefje dat me in drie talen vertelt dat ik toch een plek mag kiezen en dat ik mij de volgende dag voor elf uur moet melden. Hèhè, bestemming bereikt! Ik kies een plekje uit dat uitkijkt over de Main.

Eenden komen in grote getalen gedag zeggen, en mijn nieuwe Deutsche Nachbar grapt dat de eend die in zijn voortent zit het avondeten wordt. Het stikt op deze Campingplatz van de gepensioneerde Duitsers. Ik kom hier om uit te rusten, dus ik kan me geen betere plek voorstellen.

Uitzicht op camping Azur, Wertheim
Uitzicht op camping Azur, Wertheim

hakje macht Freunde
hakje macht Freunde

mijn tentje op camping Azur, Wertheim
mijn tentje op camping Azur, Wertheim

Ik zet mijn tent op en besluit dat ik te moe ben om naar Wertheim Stadt terug te rijden om wat te eten te regelen. Gelukkig heeft de campingleiding besloten om het restaurant ook in het laagseizoen open te houden voor anderhalve man en een paardenkop. Het bruine restaurant is leeg. Zo ook de veranda, waar gezellig gekleurde lampjes hangen en waar rijen biertafels staan, die stille getuigen zijn van de wilde Bierabende in het hoogseizoen.

Ziekenfondsbril

De dame in de keuken is dik en heeft een vette huid met pukkels en een ouderwetse ziekenfondsbril. Je zou verwachten dat ze blij is met een klant. Integendeel. Ze kijkt me vijandig aan, als ik haar wil groeten. De serveerster komt uit het Oostblok. Mensen uit die landen lachen echt alleen als daar een aanleiding voor is.

Frietjes met tonijnsalade

Ik bestel een bord frietjes en een salade tonijn. Ik was vergeten dat Duitsers alleen maar eten en drinken als het in grote hoeveelheden geserveerd wordt. Mijn god, dit is voor vijf personen! Ook het glas Rotwein levert genoeg alcohol op voor de hele camping. Ik was ook vergeten dat Duitsers zo van uien houden. De salade bestond uit mooie blaadjes krulandijvie en ijsbergsla, hier en daar een olijf en een enorme berg Zwiebeln. En een vreselijke dressing. Ik zie de fles al in de winkel staan. Geel, groenig, de kleur nageaapt van extra virgine olijfolie, met flarden rood van paprika ofzo en stukjes groen van allerlei gedroogde Kräuterchen.

Lecker

Dit alles levert een azijnachtige en tegelijk zoete, maar bovenal weeïge smaak op, die beschimmelde groenten nog ‘lecker’ zou doen smaken. Ach ja, zo hoort Duitse dressing nou eenmaal te zijn. O ja en een blikje tonijn (ik dwaal af). Ik had inderdaad ook niet verwacht dat er veel bederfelijk waar op het menu zou staan, immers wie eet hier? Alle kampeerders zijn in hun Wohnwagens kampeerders zijn van alle gemakken voorzien (behalve ik dan). Ik sprak een man die niet kon geloven dat ik in mijn tent ging slapen, want dat doe je niet meer rond deze tijd van het jaar. “Nou, met deze slaapzak heb ik nog in de Andes in Peru gekampeerd, dus de nacht kom ik ook wel door!”

Alleine

Verbazingwekkend hoe een hele dag motorrijden een mens uitput en ook de honger enorm aanwakkert. Ik zit te eten als een bouwvakker als de Roemeense naar mijn tafel komt toelopen. Ze steekt het kaarsje aan in een oerlelijke gietijzeren tafelkandelaar. Ze zegt: “So bist du nicht mehr alleine”. Wat een fijne geste! Da’s grappig. De Roemeense met een bedrukte uitdrukking op haar gezicht (alsof net haar hele familie is uitgemoord) heeft medelijden met míj! Ik kom uit het bruisende Amsterdam, heb een héérlijk leven en bovenal: ik ben op vakantie, voor mijn rust! Mijn laatste zorg is dat ik alleen ben. Ik vind het geweldig weer eens helemaal alleen op avontuur te zijn. Wel schattig van haar en ik vind haar intentie hartverwarmend.

‘Pipi machen’

Ze weet natuurlijk niet dat ik medelijden heb met haar, omdat ze in een godvergeten gat, op een camping waar alleen nog maar bejaarden in hun mobilehome weekendjes komen staan, tot elf uur ’s avonds in een restaurant staat, waar niemand wil eten. Samen met de chagrijnige Ula runt ze dit etablissement en de enige echte gasten zijn de mannetjes, brave huisvaders, die af en toe tegen hun vrouw zeggen dat ze moeten ‘pipi machen’ om vervolgens bij het olijke duo een Schnaps achterover te slaan en daarvoor 20 cent fooi te betalen.

Het was nog geen sinecure om die ‘vaas’ wijn weg te werken, maar deze vakantie is al duur genoeg, dus ik ga tot de bodem om het ‘waar voor mijn geld’ eruit te halen. “Es hat mir geschmeckt”, hoor ik mezelf zeggen. Schnell wieder zurück naar mijn tentje.

Ich bin so müde dat ik om half negen in slaap val. Zzzzzzz.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *