Kriek op een terrasje

‘Bier drink ik niet,’ zeg ik tegen Brian.

‘Af en toe een Kriek op een terrasje in de zon.’

Dat proeft een beetje als cassis. Frisdrank was een verboden drank bij ons thuis. De strenge blik van mijn vader doemt op. Ooit zei hij dat als wij zonen waren geweest hij ons Spartaans zou opvoeden. Een dieet van water en brood, stel ik mij daarbij voor.

Cassis kwam er bij ons thuis niet in. Tot we een gewoonte overnamen van de familie Verheijen van nr. 24, waar – kennelijk naar Nederlands gebruik – een keer in de week frisdrank gedronken mocht worden. Vergezeld van één kommetje chips per kind.

Als we bij de buren op bezoek gingen voelde ik mij in mijn element, want niet alleen mochten we zelf heersen over het glas cassis en de chips (een refill behoorde tot de mogelijkheden!) Ook was ik even verlost van het alziende oog van mijn vader, die nauwlettend in de gaten hield of ik en mijn zus ons boekje niet te buiten gingen.

Scheldwoorden, praten terwijl we nog eten in onze mond hadden of – god verhoede – dat we interesse hadden in een van de 3 jongens. Maar dat kwam nog niet in ons op: we speelden Monopolie of Levensweg, waarbij trouwen onvermijdelijk was. Toen we ouder werden speelden we Risk. Met een fles whisky onder tafel. En uiteindelijk heeft mijn zus heeft ooit gezoend met de oudste.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *